Wij zouden ons vandaag onze vereniging niet kunnen voorstellen zonder al die vrouwelijke leden. Onze fanfare was inderdaad een mannenwereld tot in 1975 de majorettes hun intrede deden. De dames die altijd achter de schermen gewerkt hebben, hebben een minstens even grote verdienste in wat Sint-Cecilia thans betekent als hun mannelijke collega’s.
Al van bij de oprichting van het korps werd er een jaarlijks Sint-Ceciliafeest gehouden. Wie dacht U dat ervoor zorgde dat al dat eten werd klaargemaakt en op tafel gezet? Het waren steeds een flinke groep dames die zorgde voor al wat er nodig was voor een smakelijk en keurig mannensouper.
Rond de periode van het Sint-Ceciliafeest kwamen en komen de dames van verschillende muzikanten samen om dit feest voor te bereiden. Heel in het begin van ons bestaan vond dit feest plaats in een zaaltje in de Oudeweg. Het gebouw in kwestie heeft plaats moeten ruimen voor woongelegenheid.
Potten en pannen, bestek of keukenporselein, de fanfare had niets van dit alles. Dus moest dit alles bij elkaar gezocht worden bij de leden. Dit samenbrengen verliep zonder problemen, maar nadien alles sorteren bleek niet altijd even eenvoudig.
Alles werd ten huize van diverse leden klaargemaakt en tegen etenstijd naar de zaal gebracht. Dan kwamen de dames aandraven met dampende schotels, heerlijke dagelijkse kost. Aardappelen, stoofvlees, appelmoes of wortelen en erwten. Dat was de feestmaaltijd.
In de periode dat de fanfare haar intrek nam in het zaaltje waar nu het restaurant De Louvain gevestigd is, werd het eten klaargemaakt door de uitbaters Winand en Emerence Straetmans, natuurlijk ook geholpen door bereidwillige dames.
Naderhand gingen de feesten door in de nieuw gebouwde zaal. In de kelder die voorzien was kon echter geen keuken ingericht worden omdat er voortdurend water in stond. Ondanks dat men nu over een eigen zaal beschikte, moest er toch weer bij de leden die het dichtst bij de zaal woonden, gekookt worden.
De menu’s werden in de naoorlogse periode wat aangepast. Er werd ook soep opgediend en een sinaasappel (toen nog vrij ongewoon) was het nagerecht.
De groep voor wie gekookt moest worden, werd ook stilaan groter. Elk jaar diende nu toch voor zo’n honderd mannen gekookt te worden. Dit bracht onder meer met zich mee dat het vlees bij de bakker in de broodoven gebakken werd en nadien bij de slager versneden. Het heen en weer lopen met schotels bleef echter duren.
Tot omstreeks 1930 was er geen apart feest voorzien voor onze dames. Het vrouwensouper werd echter anders opgevat dan het grote Sint-Ceciliafeest. De fanfare gaf geen concert zoals tijdens het andere feest. Het grote verschil was zeker dat er geen warme maaltijd werd opgediend. De dames deden het met belegde broodjes, koffie en taart. De dames betaalden geen vast bedrag. Een vrije gift en later op de avond een tombola bleek echter altijd een royale tegemoetkoming voor de verenigingskas. Ook de oudere dames die niet naar de zaal kwamen, werden thuis beloond op taart.
Tijden veranderen en langzaamaan werden er ook verbeteringen aan onze zaal aangebracht. In de jaren zestig kreeg de Jeker een diepere bedding zodat wij minder last van grondwater hadden. Nu konden wij in onze kelder een geïmproviseerde keuken maken. Overal werden oude gasfornuizen opgehaald en de grote gaspitten voor het verwarmen van de wasketels bleken ook hier nog goede diensten te bewijzen. Nu hoefden de dames niet meer de zaal uit om het eten klaar te maken. Enkel bestek, porselein, potten en pannen moesten nog samengebracht worden. Ook daarin kwam langzamerhand verbetering. Met de laatste vernieuwingswerken aan de zaal kreeg ook de kelder een grote opknapbeurt. De ene groep zorgde voor een fijne betegeling, een andere maakte vaste kasten, weer een andere zorgden voor de nodige elektriciteitswerken of voor een degelijke gasinstallatie. Ondertussen heeft de vereniging alle kookmateriaal zelf aangeschaft. We mogen zeggen dat ook dit een prima investering is geweest.
Zoals eertijds het idee groeide om voor de dames een feestavond te organiseren, zo kwam vanuit de ledengroep nu het voorstel om ook aan de dames een volledig verzorgde warme maaltijd aan te bieden. Dit werd ingevoerd in 1990. Deze verandering gebeurde nadat de dames hun intrede hadden gedaan als muzikant. Sinds toen zijn we echter afgestapt van de vrijwillige bijdrage en betalen dames zowel als heren een vast bedrag dat tevens telt als lidgeld.
Dit vraagt natuurlijk een heel beheer. Door de vernieuwing van de zaal wordt hij intensiever gebruikt. Gevolg: meer onderhoud. Om dit alles goed te regelen werd er in de schoot van de vereniging overgegaan tot het oprichten van een damescomité. Tijdens het vrouwenfeest van 1993 werd deze kerngroep, die ziel trouwens al jaren verdienstelijk maakte, officieel geïnstalleerd. Voorbereidingen van feesten met maaltijden, poetsbeurten en gedeeltelijk ook beheer van uniformen zijn hun voornaamste taak. Uiteraard kan deze kerngroep het werk niet alleen aan, maar de groep helpende handen is groot.
Waar zou de fanfare Sint-Cecilia staan zonder de dames die jarenlang achter de schermen grootse prestaties hebben geleverd!